Broeders, zusters, lieve toeschouwer, enthousiasteling, verwante ziel,
Het is zover. De “Dag van het Internationaal verzet tegen de armoede” is in aantocht.
En weer zal in de gazetten het probleem van de armoede voor ‘even’ een hoofditem zijn.
Te weten dat mensen als u en ik, door oorlogen en andere wreedheden, van het ene moment op het andere, zomaar, zonder enig bezit, op straat worden gezet. Koelbloedig. Ze worden als beesten behandeld, hebben niets meer, zielloos. Natuurrampen brengen mensen in onverwachte noodtoestand. Grote stromen vluchtelingen die een beter, lichter bestaan zoeken worden onmenselijk in de grootste armoede in instellingen opgesloten, of zonder enig bezit terug naar het thuisland gestuurd.
O gruwel.
Om nog niet van de verdoken armoede hier te spreken, waarvan het einde niet in zicht is, integendeel. Het lijkt wel dat we meer aandacht hebben voor de giraf in de dierentuin dan voor de onwaardige gebeurtenissen jegens onze evennaasten.
Een eeuw geleden, in 1919 om precies te zijn, schreef Bertolt Brecht het volgende…
“Een paard klaagt aan”
Ik sleepte mijn vracht voort
Ondanks mijn zwakte
Als ik me laat gaan kan het me gebeuren dat ik zo in mekaar zak
Tien minuten later lagen alleen nog mijn knoken op de straat
En ik was nog maar net in mekaar gezakt
Of daar stortten zich uit hun huizen
Hongerige mensen om een lap vlees te verorberen, scheurden met messen al het vlees van mijn knoken
En ik leefde nog, o wonder, en ik was nog lang niet klaar met sterven
Maar die kende ik toch nog van vroeger die mensen
Ze brachten me toen wel eens een vlieggennet
Gaven me soms oud brood en spoorden mijn koetsier nog aan zacht met me om te gaan
Toen zo aardig, en nu zo vijandig
Plotseling waren ze niet meer herkenbaar
Wat was er toch met hen voorgevallen
Toen vroeg ik me af, wat een bittere koude moet over de mensen gekomen zijn
Wie beukt er zo op ze in
Dat ze zo door en door verkillen
Ach help ze dan toch, en doe dat ook spoedig
Straks gebeurt er met de mens wat men niet mogelijk waande
Welkom op onze derde editie van het festival ‘Spiegels van de Ziel’, dat we evenwel vreugdevol met u, zullen beleven.
Reinhilde Decleir