Er staat niet op iemand z’n hoofd geschreven dat hij autist is

29/01/’20
Elke laatste woensdag van de maand schenkt Tutti Fratelli u een blik achter haar schermen. Komende zaterdag herneemt ‘Bloemen van een autist’. Het verhaal gaat over de onmogelijkheid van twee geliefden om tot elkaar te komen. Matthias Peersman (30) vertolkt de rol van het hoofdpersonage: een jongeman met autisme, wiens hoofd doordraait omdat het verdriet te groot is om te dragen.

Hoe ben je bij Tutti Fratelli terechtgekomen?

Ik heb tien jaar geleden, meteen na de middelbare school, ingangsexamen gedaan bij Studio Herman Teirlinck. Ik werd geweigerd.  Ze zeiden dat het niks voor mij was, dat ik echt iets anders moest zoeken, dat het gewoon niet kon. Ik heb dan heel lang thuisgezeten, niet wetende wat ik wou doen met mijn leven. Ik speel in ‘Bloemen van een autist’ niet alleen een jongeman met autisme, ik ben er ook zelf een. Ik heb het daardoor niet gemakkelijk met sociaal contact en geraakte na de mislukte toelatingsproef helemaal geïsoleerd. Mijn moeder nam het initiatief en stimuleerde me om theater terug op te pakken in mijn leven. Via via had ze over Tutti Fratelli gehoord en zo ben ik er een viertal jaar geleden ingerold. Ik ben bij Tutti Fratelli gestart met het idee dat ik dan toch op z’n minst onder de mensen kwam, dat ik er sociaal contact kon uithalen. Maar toen bleek dat ik echt goed ben in zingen en acteren. Reinhilde Decleir heeft me aangespoord om het ingangsexamen in het conservatorium nog een keer aan te gaan. Zij geloofde dat ik het nu wel kon. En ze had gelijk, want ondertussen zit ik in mijn tweede jaar acteren op het conservatorium van Antwerpen.

Welke invloed heeft theater op jouw leven?

Theater geeft mij zelfvertrouwen, dat is altijd al zo geweest. Toen ik heel jong was deed ik dingen na die ik zag op televisie. Ik voerde showkes op voor mijn familie, zonder enige gêne. En dat terwijl angst nu centraal staat in mijn leven. Angst voor oordeel, want ik weet nooit wat er van mij verwacht wordt. Maar op een podium spelen er twee dingen mee: enerzijds ben ik heel goed voorbereid en anderzijds wéét ik dat ik iets doe waar ik goed in ben. Dat maakt mij zelfzeker. Er bestaan natuurlijk theatervormen waarin je niet voorbereid bent, zoals improvisatie en daar ben ik vaak onzeker over. Maar doordat mijn zelfvertrouwen de laatste jaren gegroeid is, durf ik dat soort dingen wel beter aan te gaan. Ik ben zelfkritisch en ben me vooral bewust van het feit dat het altijd beter kan, maar ik durf nu sommige dingen – zoals onvoorbereid op een scène staan – op z’n minst wel aangaan.

Over wat gaat ‘Bloemen van een autist’?

Het verhaal gaat over een man die zichzelf verliest omdat wat zich in zijn hoofd afspeelt niet strookt met de realiteit. In de werkelijkheid gaan dingen immers niet altijd zoals je dat zou willen. Maar deze man kan dat niet loslaten. Hij wil zo graag dat alles wat in zijn hoofd zit klopt. Daardoor bestaat er voor hem niks anders. Hoe meer ik de tekst opnieuw lees, hoe meer ik zie dat het verhaal parallel loopt met mijn eigen leven. Ook het proces op de vloer was confronterend. Wanneer ik een dialoog speel die voor mij is uitgeschreven, kan ik die uitvoeren zoals een “normaal” persoon. De juiste term is eigenlijk een neuro typisch persoon. Maar zo “normaal” zou ik in het echte leven niet kunnen reageren. Want sociale omgang verloopt bij mij altijd raar, er zijn altijd misverstanden. En net die rariteiten wilden Reinhilde en Jan Sobrie (auteur en coregisseur Bloemen van een autist) laten leven in mijn personage. Dus regisseerde hij mij ook zo. Op zo’n momenten leek het alsof ik mezelf even vanbuiten af kon zien en dan dacht ik: “Oh, dat is raar gedrag.” Maar ik vertoon dat soort rare gedrag ook in het écht hé. En plots besefte ik hoe ik soms overkom voor anderen.

‘Bloemen van een autist’ gaat ook over de liefde…

Met een liefdesverhaal heeft Jan een goeie insteek bedacht. Iedereen heeft een liefdesverhaal. Of net niet, maar dat is dan eigenlijk ook een soort liefdesverhaal. Ik geloof dat de liefde kracht geeft. Maar in de liefde moet je je ook kunnen blootgeven. Het begrip “begrip” is voor mij het belangrijkste in de liefde. Daar gaat de voorstelling ook over: over iemand die iemand wil vinden die hem écht begrijpt. Maar het is net dat dat niet gaat, want niemand kan alles begrijpen. Hoe kan je nu verwachten van iemand anders dat die alles van je begrijpt, als je jezelf niet begrijpt? Dat werkt enorm frustrerend en dat zorgt voor mensen zoals mij dat alles binnen de kortste keren op de klippen loopt.

Waarom moeten mensen komen kijken?

Het is herkenbaar voor degenen die zelf te maken krijgen met autisme in hun leven. Maar het is ook niet eenduidig en dat maakt het goed theater denk ik. De voorstelling is gelaagd, wat ook zeer vergelijkbaar is met autisme. Er staat niet op iemand z’n hoofd geschreven dat hij/zij autist is. Maar op sommige momenten worden er wel lagen van de stoornis zichtbaar. Toeschouwers interpreteren het stuk ook op andere manieren en dat vind ik heel interessant. Theater mag nooit iets opleggen. Daar slaagt deze voorstelling zeker in. Daarbovenop is het natuurlijk leuk om te horen dat het mensen raakt. Dat bewijst dat ik en alle andere fratelli iets teweeg hebben gebracht. Dan weet ik dat ik ergens toch iets goed doe.

Wil je graag zelf nog iets vertellen?

Om mezelf rustig te stellen, heb ik een stelling: in alles zit een waarheid. Op die manier kan ik alles aan. Ook al spreken de dingen elkaar tegen, ik kan ze zo wel tot mij nemen en ze vatten.

‘Niets is geheel waar, en zelfs dat niet’ zegt Frederik van Eeden.

Dat ken ik niet. Ik heb nog wat werk aan mijn repertoire- en literatuurstudie. Maar dat is wel exact wat ik bedoel. Misschien had je hem moeten interviewen…