Bij Tutti Fratelli voel ik terug: het is oké, wie ik ben, is oké.

24/06/’20
Ann De Pooter (57) speelt voor de eerste keer mee bij Tutti Fratelli. Theater spelen en zingen zijn voor haar onbekend en spannend terrein, maar die uitdaging vindt ze net bevrijdend en doet haar goesting krijgen in meer. Ze vertelt over repeteren in coronatijden en over “De Hoop”, de nieuwe voorstelling van Tutti Fratelli, waarvan de première in De Roma voor de tweede maal werd uitgesteld naar 3 december 2021.

Hoe ben je bij Tutti Fratelli terechtgekomen?

Ik ben een tijdje naar de dagkliniek van Sint-Vincentius gegaan, waar ik iemand van Tutti Fratelli leerde kennen. Zij vertelde over haar ervaringen en ik was meteen geprikkeld. Ik ben nogal een expressief persoon en wilde oorspronkelijk balletdanseres worden. Op de scène staan doet iets met een mens, dat geeft een kick. Ik had in het verleden al een aantal voorstellingen van Tutti Fratelli gezien en ben dan nog eens komen kijken naar “De Onzichtbaren” in de Bourlaschouwburg afgelopen januari. Toen wist ik zeker dat ik het zag zitten om Tutti Fratelli uit te proberen. Ik heb wel nog geen ervaring in theaterspelen of zingen. Dus dat vormt zeker een drempel, hoewel het tegelijkertijd enorm bevrijdend werkt. Tijdens de repetities worden hier geen spelletjes gespeeld, er wordt echt heel hard gewerkt. Daardoor wordt je als speler en zanger enorm gemotiveerd om je grenzen op te zoeken. Ik probeer de tips van Reinhilde (Decleir, regisseur) en Steve (Dugardin, zangcoach) zo goed mogelijk op te volgen en probeer verder niet te veel stil te staan bij of ik het allemaal wel goed doe. Ik vind het vooral allemaal heel plezant.

Wat doet het met jou om te repeteren voor een grote voorstelling?

De waarde van Tutti Fratelli ligt er voor mij in dat ik terug zelfvertrouwen opbouw. Dat ik het gevoel heb dat ik iets kan. Dat gevoel heb ik lang niet gekend. Ik ben ondertussen al zes jaar thuis. Thuisgebleven met een burn-out die alleen maar erger werd. Door Tutti Fratelli krijg ik opnieuw de stimulans om dingen te ondernemen in het leven. Ik heb me ondertussen aangemeld als vrijwilliger om te tuinieren in Berchem deze zomer en om voor te lezen aan kinderen in de bibliotheek.

We repeteren in volle coronatijden, met veel rekening voor de maatregelen…

De eerste keer dat ik naar Tutti Fratelli kwam was in februari. Toen waren we eenmalig samen met de hele groep. Maar net in die periode kwam het coronavirus op de proppen en moesten we alle repetities annuleren. In mei zijn we terug beginnen repeteren in kleine groepen, met voldoende afstand en face shields. Ik ken natuurlijk het verschil niet met hoe de repetities daarvoor waren. Op deze manier repeteren is voor mij heel ‘normaal’. Maar het is wél enorm vermoeiend met zo’n face shield. Je moet je hard concentreren, maar door dat scherm voor je ogen, wordt zowel je zicht als je gehoor beperkt, dat is niet alles. Maar ik ben ook heel blij dat jullie zo creatief zijn geweest om een oplossing te vinden.

Over wat gaat “De Hoop”?

Het is een bewerking van  “Op hoop van zegen” van Herman Heijermans, een stuk dat gedateerd is uit begin 1900. Het gaat over een familie die in armoede leeft, en de vader hebben ze al verloren op zee. Nu wordt er opnieuw een visserschip de zee op gestuurd, waarvan ze weten dat het zal vergaan en weer gaat er familie mee die het niet zal halen. Dus dat is bijna de politiek van nu. Dat gebeurt nog altijd, elke dag. Misschien niet hier in de Antwerpse haven, maar wel op veel andere plekken, elders ter wereld. De teksten van de liederen en de muziek zijn trouwens prachtig. Ik herken veel in de teksten. Ik heb zelf een dochter verloren en op die manier kan ik met die teksten aan de slag, kan ik er iets inleggen. Ik vind het ook heel tof dat het in het Antwerps is. Dat is mijn “moedertaal”. Ik voel mij daar comfortabel bij, dat gaat me gemakkelijk af. Ja… ik denk dat het heel mooi zal worden… En blijvend actueel. Er wordt ook veel over de pest gesproken, een besmettelijke ziekte waardoor niemand elkaar nog kan aanraken. Tja… Alles komt terug hé.

Waarom moeten mensen naar ‘De Hoop’ komen kijken?

Omdat het met veel liefde gemaakt wordt. Ik vind het fantastisch dat ik hier terecht ben gekomen. Soms ben ik moe en zie ik er tegenop naar de repetitie te komen, maar meestal voel ik me honderd kilo lichter als ik weer buitenkom, helemaal opgewekt. Ik zal wel blij zijn als we weer in grote groep kunnen repeteren, zodat ik iedereen leer kennen en zodat de vaste groep weer samen kan troepen. Hier lopen veel verschillende mensen rond, met diverse achtergronden en profielen. Maar we zijn hier allemaal mensen met een verhaal. En het is daar dat we elkaar in (h)erkennen. We weten hier allemaal hoe kwetsbaar het leven kan zijn, hoe snel het gedaan kan zijn. Als het niet gaat, gaat het niet. Dat wordt simpelweg geaccepteerd. In de buitenwereld pakt dat niet, daar moet je altijd een vitesse bijsteken. Maar bij Tutti Fratelli voel ik terug: het is oké, wie ik ben, is oké.