Ik vind het wel jammer dat er zo weinig meisjes zijn… Voor de balans hé. Voor de balans zou dat beter zijn. Wat meer meisjes.

27/03/’19
Elke laatste woensdag van de maand schenkt Tutti Fratelli u een blik achter haar schermen. Vandaag is het de beurt aan Jakob Perceval (23). Hij sluit voor de eerste keer aan bij Giovani Fratelli, de jongerenwerking van Tutti Fratelli. In mei gaat hun nieuwe voorstelling “VOLLE GANG oftewel de toekomst is al begonnen” in première.

Hoe ben je bij Tutti Fratelli terechtgekomen?

Ik zag een oproep op de facebookpagina van Tutti Fratelli. Ik ben langsgekomen en ik merkte al snel dat Tutti Fratelli, en bij uitbreiding Giovani Fratelli, een goed project is. Het was voor mij perfect omdat het én laagdrempelig was én ik mijn kwetsbaarheid kon tonen. Na de eerste vijf workshops wist ik: hier wil ik blijven.

Over wat gaat de voorstelling “VOLLE GANG oftewel de toekomst is al begonnen”?

De voorstelling gaat over het hiernamaals. En over spijt. Het concept doet me denken aan het terechtkomen in een nieuwe klas. Het hiernamaals is een leerschool. Je moet beslissingen maken. Als mensen iets verkeerd doen, sluiten we ze dan op of is er een alternatieve straf? Kiezen we ervoor één iemand altijd te laten koken of lassen we een beurtrol in? Dat soort gedachteoefeningen maken het zo’n fijn stuk. Je kan je fantasie heel erg ver laten gaan. Het maakproces is ook leuk. Het gebeurt gezamenlijk vanuit improvisatie oefeningen. Ik weet niet hoe de geest en het hoofd van Eva Schram (cfr. schrijver en regisseur van “VOLLE GANG oftewel de toekomst is al begonnen) werken, maar zij maakt van de improvisatieoefening een tekst. Met die tekst gaan we dan verder aan de slag. Je legt op die manier je eigen verhaal in de voorstelling, een stukje ziel. Doordat we een diverse groep zijn met verschillende mensen met andere achtergronden, is het hier wel helemaal anders dan bij de vorige producties waar ik al in meespeelde. Maar wel goed anders!

In welke producties stond je al?

Tot nu toe speelde ik voornamelijk theater op school. De eerste keer dat ik theater heb gespeeld, was ik elf jaar. Ik zat in de lagere school en ik moest een koning spelen. Dat was vet. Recent heb ik samen met Thomas van Doninck, één van de andere fratelli, een nieuw gezelschap opgericht (cfr. Theater Mansarde). We hebben allebei niet zo veel te doen in de week en we wilden onze tijd beter invullen. Dus hebben we een eigen theatergroep opgestart. Na het volgen van een online masterclass en het vinden van een locatie, zijn we naar mijn gevoel echt vertrokken. We hebben wel zonder audities gewerkt, ik vind dat zelf een dwarsproces. Voor mij is de eerste die mijn deur binnenstapt en zegt: “ik wil komen spelen”, welkom. Daarom vind ik Tutti Fratelli ook zo leuk. Het werkt vanuit hetzelfde principe. Als je goesting hebt om er elke repetitie te staan en samen te zweten om een mooie productie te maken, is dat ideaal.

Wat is voor jou zo waardevol aan Tutti Fratelli?

We zijn hier gewoon allemaal mensen. We zijn hier niet onze voornaam of onze achternaam. Dat is iets wat me aanspreekt. Vaak als ik ergens kom, ben ik de zoon van of de neef van. Hier ben ik gewoon een fratelli. Lekker laagdrempelig, lekker mezelf. Ik ben natuurlijk wel trots op mijn familienaam, maar hier kan ik los daarvan ontspannend werken en dat is bevrijdend. Als ik ergens kom, hoor ik vaak: “Ah hier, den diene, dat zal zeker goed zijn!” Ik denk dan bij mezelf: “How! Ik weet niet of het goed zal zijn. Meer zelfs, ik betwijfel dat. Ik ben ook maar aan het proberen. En ik weet nog niks. Ik weet misschien 10 procent van alles wat er geweten moet worden.” En naast dat alles heb ik gewoon een plaats gevonden in een leuke groep. Ik kijk er echt naar uit om elke woensdag samen te komen om te repeteren. Maar ik vind het wél jammer dat er zo weinig meisjes zijn… Voor de balans hé. Voor de balans zou dat beter zijn. Wat meer meisjes.